ERFRECHT

Geplaatst op 20/06/2017 door in Erfrecht, Sector Particulier | Geen reacties.

 

Erfrecht blijft een moeilijke materie waarin kleine oorzaken grote gevolgen kunnen hebben. De erfgenamen hebben (al dan niet veroorzaakt door verdriet over het overlijden van de erflater) niet altijd een goed zicht op de gevolgen van handelingen m.b.t. de nalatenschap.

In onderstaande uitspraken worden daarvan enkele voorbeelden gegeven.

De verwerping van een nalatenschap kan niet worden teruggedraaid

Een notaris verzoekt de kantonrechter om een verwerping van een nalatenschap ongedaan te maken zodat deze alsnog beneficiair kan worden aanvaard. De notaris wil aansluiting zoeken bij artikel 4:194a lid 2 BW dat per 1 september 2016 is ingevoerd op grond waarvan een zuivere aanvaarding kan worden omgezet in een beneficiaire aanvaarding. De kantonrechter heeft het verzoek afgewezen.

De mogelijkheid die in artikel 4:194a BW is gecreëerd, is de enige uitzondering op de hoofdregel dat een eenmaal gedane keuze onherroepelijk is (zie artikel 4:190 lid 4 BW).

De casus was een nalatenschap waarin een huis aanwezig was. De erfgenamen gaven aan dat er aanvankelijk een sterk vermoeden van een zeer negatieve nalatenschap was. De nalatenschap omvatte onder meer een woning en een hoge hypotheekschuld van € 160.000,00.

De woning is verkocht voor een bedrag van € 120.000,00. Een en ander heeft de ouders en de zus van erflater aanleiding gegeven de nalatenschap te verwerpen.

Echter, door de uitkering van een aan de hypotheek gekoppelde polis resteert er een bedrag van ruim € 30.000,00. Echter, nalatenschap verworpen.

Pech, geld weg.

Rechtbank Limburg 7 juni 2017, ECLI:NL:RBLIM:2017:5283

en

Zuivere aanvaarding door aanzegging van ontbinding huurovereenkomst

De erfgenamen hebben in 2014 een huurpand geërfd. Ondanks de verklaring van beneficiaire aanvaarding is het Hof van oordeel dat zij de nalatenschap zuiver hebben aanvaard. Dit omdat een gemachtigde van de erfgenamen al eerder een brief had gestuurd naar de huurder waarin is aangezegd om de huurovereenkomst te ontbinden. Gelet op de ingrijpende gevolgen daarvan voor de vermogenspositie van de erfgenamen (door ontbinding van de overeenkomst kunnen zij het pand immers tegen de huidige marktwaarde verkopen) is er sprake van een beschikkingshandeling. Dat de bevoegdheid tot ontbinding van de overeenkomst, zoals de erven stellen, reeds is ontstaan vóór het overlijden, acht het Hof niet relevant omdat niet is gesteld of gebleken dat de erflaatster reeds voor haar overlijden de ontbinding van de overeenkomst heeft ingeroepen. Het gaat hier dus niet om een voortgezet handelen namens de erflaatster maar om een eigenhandig optreden van haar erven na haar overlijden. Dit eigenhandige optreden van de erven dient te worden uitgelegd als een beschikkingshandeling en niet als een daad van beheer.

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 30 mei 2017, ECLI:NL:GHARL2017:4650

Kortom, denk na voordat u iets gaat doen met een nalatenschap.

Vraag advies aan een deskundige.

AssumDelft Advocaten N.V. heeft, in de personen van mr. Willem Brouwer (wb@assumdelft.nl) en mr Ingrid Veen (iv@assumdelft.nl), deze deskundigheid in huis. U kunt contact met hen opnemen via 033 – 4321 957 of email.

 

Geef een antwoord

Bericht
Naam
E-mail