Een gezamenlijke echtscheiding

Geplaatst op 10/07/2015 door in Familierecht | Geen reacties.

Het komt vaak voor dat partijen beiden willen scheiden en er op het eerste gezicht weinig geschilpunten zijn. Partijen maken dan afspraken en vragen een advocaat om een simpel gezamenlijk verzoekschrift te maken, in te dienen en de beschikking in te laten schrijven.

Als je dat zo stelt dan zou een gezamenlijke echtscheiding niet veel werk zijn en ook maar weinig kosten. Met drie briefjes is het immers wel bekeken.

Als je als advocaat dan wat vragen gaat stellen dan wordt je door partijen lastig gevonden en, erger nog, wil je kennelijk extra verdienen aan zo’n simpele zaak. Zowel man als vrouw vragen dan vaak: Waarom doet de advocaat niet gewoon wat wij vragen? Wij zijn het immers met elkaar eens!

In de onderstaande casus van een tuchtrechtelijke zaak wordt treffend uitgelegd waarom een goede advocaat die vragen stelt (en moet stellen).

(uitspraak Raad van Discipline, 29 juni 2015, ECLI:NL:TADRSHE:2015:163)

M (man) en V(vrouw) wenden zich in 2013 tot advocaat A. Zij willen hun echtscheiding zo snel mogelijk regelen en zijn het eens over de gevolgen daarvan. Zij hebben hun afspraken, waaronder alimentatieafspraken, zelf in een convenant vastgelegd. A bespreekt het convenant niet inhoudelijk; hij laat partijen uitsluitend weten het stuk te hebben bekeken en dat het kan worden ondertekend. Vervolgens dient A bij de rechtbank het echtscheidingsverzoek in.

V dient een tuchtrechtelijke klacht in tegen A. Volgens V heeft A haar onvoldoende geïnformeerd over haar recht op kinderalimentatie, met als gevolg dat een lager bedrag is vastgesteld dan waarop V werkelijk recht had.

A stelt zich op het standpunt dat zijn opdracht uitsluitend bestond in het zo snel mogelijk realiseren van de door partijen gewenste echtscheiding. Hij heeft nooit opdracht gekregen om de kinderalimentatie te berekenen of de verdeling te beoordelen. Om die reden heeft A geen uitleg gegeven over de alimentatieberekening, noch financiële stukken opgevraagd. Evenmin heeft hij een berekening gemaakt of getoetst of de overeengekomen alimentatie aan de wettelijke maatstaven voldeed. Daartoe was hem immers geen opdracht verleend. A is niet verantwoordelijk voor de inhoud van het door partijen zelf opgestelde convenant. Bovendien, zo stelt A, bleek uit een telefoongesprek met V dat zij het eens was met de inhoud van het convenant.

De Raad van Discipline overweegt als volgt.

Het staat een advocaat vrij om in een echtscheidingsprocedure op gemeenschappelijk verzoek voor beide partijen op te treden.

Wel rust op die advocaat een zware zorgplicht voor beide partijen.

De advocaat dient zich er van te vergewissen dat beide partijen daadwerkelijk instemmen met de tussen hen vastgestelde regelingen en dat zij de inhoud van de overeengekomen regeling begrijpen.

Indien een der partijen in de tussen hen overeengekomen regelingen met minder genoegen neemt dan hem/haar volgens de wettelijke maatstaven, dan wel gebruikelijke normen, toekomt, dient de advocaat die partij daarop te wijzen en zich ervan te vergewissen dat de benadeelde partij daarmee nadrukkelijk instemt. Om misverstanden te voorkomen, mag van een advocaat verwacht worden dat hij partijen hierover schriftelijk informeert en hen de vraag voorlegt of zij beiden hiermee uitdrukkelijk instemmen.

Het betaamt een behoorlijk handelend advocaat niet om een tussen partijen overeengekomen en door hen opgesteld echtscheidingsconvenant aan een gemeenschappelijk verzoek tot echtscheiding toe te voegen zonder dat te controleren op zijn juridische juistheid.

Het is de verantwoordelijkheid van een advocaat om de inhoud van een echtscheidingsconvenant te toetsen, ook indien hij dat convenant niet heeft opgesteld en hij daartoe geen opdracht heeft gekregen. Een advocaat draagt immers verantwoordelijkheid voor de inhoud van de stukken die hij bij de rechtbank indient.

Om zich ervan te kunnen vergewissen dat beide partijen de inhoud en de juridische consequenties van de tussen hen overeengekomen regeling begrijpen, dient een advocaat het convenant met beide partijen te bespreken en hen te wijzen op de juridische gevolgen daarvan.

In dit geval heeft A het convenant niet met V besproken en zich er niet van vergewist of zij de inhoud en de juridische gevolgen van het convenant begreep, dan wel of zij daarmee instemde. A heeft aldus ten opzichte van V niet die zorg in acht genomen, die van een behoorlijk handelend advocaat verwacht mag worden.

De Raad verklaart de klacht van V gegrond en legt aan A de maatregel van berisping op.

Een advocaat mag een zaak dus niet “simpel” afwikkelen zoals cliënten verzoeken. Hij loopt daarmee grote risico’s.

Heeft u vragen? Neem dan contact op met mr Willem Brouwer via 033 – 4321 957 of wb@assumdelft.nl

Geef een antwoord

Bericht
Naam
E-mail