Wijziging kinderalimentatie, wijziging Kindregelingen?

Geplaatst op 23/03/2015 door in Familierecht | Geen reacties.

Wijziging kinderalimentatie n.a.v. wijziging Kindregelingen?

Sinds 1 januari 2015 zijn de zogenaamde Kindregelingen gewijzigd.

Naar aanleiding daarvan heeft de Expertgroep Alimentatienormen (simpel gezegd: de werkgroep die de gerechten in het bekende Tremarapport adviseert over hoe zij om, de alimentatie te berekenen, de alimentatiewetgeving zouden moeten toepassen) de rechtbanken geadviseerd. Over dat advies bestaat thans veel onrust bij de advocatuur en bij de rechtbanken die met de wetgeving moeten omgaan.

Splijtzwam: Alleenstaande Ouder Kop (AOK)

Kern van de onrust is de vraag of de zogenaamde “alleenstaande ouderkop” van maximaal € 3.050,– per jaar (is € 254,16 per maand) in mindering moet komen op de behoefte van het kind, zoals door de expertgroep wordt aanbevolen.

Deze alleenstaande ouderkop komt vaak aan de moeder toe omdat de kinderen bij haar staan ingeschreven en zij het laagste inkomen heeft. Door die alleenstaande ouderkop in mindering te brengen wordt de behoefte van het kind aan een bijdrage (alimentatie) door de ouders verlaagd. Door die verlaging van de behoefte van het kind is de uitkomst vaak dat de vader minder of geen kinderalimentatie moet betalen.

Er zijn advocaten en ook rechtbanken die het advies van de Expertgroep onjuist vinden. Het advies wordt niet eenduidig toegepast. Daardoor ontstaat wellicht rechtsongelijkheid maar zeker rechtsonzekerheid. De uitkomst van een procedure kan bij de ene rechtbank heel anders zijn dan bij een andere rechtbank.

Wel of niet afwijken van de aanbeveling:

De Rechtbank Den Haag, gaf de eerste uitspraken waarin (in afwijking van de richtlijn van de Expertgroep) de alleenstaande-ouderkop niet in mindering wordt gebracht op de behoefte. Inmiddels houden Rechtbank Limburg en het Hof Amsterdam beslissingen omtrent de definitieve kinderalimentatie aan (stellen de uitspraak uit) ‘in verband met de ontwikkelingen omtrent het kindgebonden budget en de alleenstaande-ouderkop’. Het Hof Den Bosch verzette zich al eerder tegen het niet volgen van de richtlijn en nu, zie hieronder, ook Rechtbank Zeeland-West-Brabant.

Ter illustratie van die rechtsongelijkheid c.q. rechtsonzekerheid geef ik hieronder de overwegingen van twee rechtbanken die tegelijkertijd (begin maart 2015) over een soortgelijke casus hebben moeten oordelen.

Niet afwijken:

De Rechtbank Zeeland-West-Brabant volgt vanwege ‘de rechtseenheid’ het Rapport Alimentatienormen wel…. (Uitspraak bekend gemaakt door advocaat mw. mr. A. Sanders-Maanurdin (Theuns & Sanders Advocaten te Valkenswaard)

Bij de vaststelling van kinderalimentatie volgen de gerechten in beginsel de richtlijnen die zijn opgesteld door de landelijke Expertgroep Alimentatienormen, dit ter bevordering van de rechtseenheid. De rechtbank is ervan op de hoogte dat er momenteel bedenkingen zijn ten aanzien van de desbetreffende richtlijn, doch op dit moment is niet duidelijk of er bij de behoeftebepaling een wijziging zal komen in het al dan niet in aanmerking nemen van het huidige totale Kind Gebonden Budget (inclusief de Alleenstaande Ouder Kop) en zo ja, per wanneer dat zal zijn. Naar het oordeel van de rechtbank dient op dit moment dan ook de rechtseenheid, zoals door de man bepleit, te prevaleren. De rechtbank zal dan ook de richtlijn van de Expertgroep Alimentatienormen volgen zoals die geldt op het moment van deze uitspraak. De rechtbank gaat ervan uit dat, indien de berekeningswijze en/of het in aanmerking te nemen KGB bij het bepalen van de behoefte van een kind in de toekomst mocht wijzigen, partijen in onderling overleg (kunnen) bezien wat hiervan de gevolgen zijn voor de kinderbijdrage. Zo nodig kunnen zij zich wederom tot de rechtbank wenden.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 10 maart 2015, C/02/278161 FA RK 14-1458 (niet gepubliceerd)

Wél afwijken:

… maar de Rechtbank Noord-Holland juist weer niet. (Uitspraak bekend gemaakt door advocaat mw. mr. L.A. Mulders (Abma Schreurs Advocaten Notarissen te Purmerend)

De rechtbank overweegt als volgt:

Bij de vaststelling van kinderalimentatie volgen de gerechten in beginsel de richtlijnen die zijn opgesteld door de landelijke expertgroep alimentatienormen.

Eén van de doelen van de Wet hervorming kindregelingen is het tegengaan van de armoedeval voor alleenstaande ouders die vanuit de bijstand gaan werken en het aantrekkelijker maken voor alleenstaande ouders om meer te gaan werken. In de wetsgeschiedenis is ten aanzien van de voorgestelde invoering van de alleenstaande-ouderkop het volgende opgemerkt: “Werkende alleenstaande ouders hebben in de huidige (tot 1 januari 2015) situatie recht op de aanvullende alleenstaande-ouderkorting. Doordat de alleenstaande-ouderkop hoger is dan het fiscale voordeel dat zij nu genieten, gaan werkende alleenstaande ouders rond het minimum er tot circa € 2.580 per jaar op vooruit. Dit komt mede doordat zij als gevolg van deze hervorming ook de voorgestelde intensivering op de arbeidskorting kunnen verzilveren. Het aanvaarden van werk vanuit een uitkering wordt daardoor veel aantrekkelijker.” (Kamerstukken 33716, nr. 3, blz. 8).

Uit het voorgaande kan worden afgeleid dat het de bedoeling van de wetgever is, dat de alleenstaande-ouderkop ten goede komt aan de alleenstaande verzorgende ouder. De hiervoor vermelde aanbeveling van de expertgroep heeft in het onderhavige geval echter tot gevolg – zoals de vrouw ook heeft gesteld – dat de vrouw als alimentatiegerechtigde ouder er minder dan de wetgever bedoeld heeft op vooruit gaat, omdat zij minder kinderalimentatie ontvangt. De man zou daarentegen minder hoeven te betalen, terwijl hij wel over draagkracht beschikt om meer bij te dragen aan de kosten van verzorging en opvoeding van de minderjarigen.

Mede omdat artikel 1:404 BW (dat bepaalt dat ouders verplicht zijn naar draagkracht te voorzien in de kosten van verzorging en opvoeding van hun minderjarige kinderen) niet is gewijzigd, zal de rechtbank bovenvermelde aanbeveling voor zover die ziet op de alleenstaande-ouderkop daarom niet opvolgen, en zal — anders dan de aanbeveling — bij het berekenen van de kinderalimentatie het bedrag van de alleenstaande-ouderkop buiten beschouwing laten.’

Rechtbank Noord-Holland, 4 maart 2015, C/15/214023 / FA RK 14-1759 (niet gepubliceerd)

Een simpele, kortdurende procedure en een heldere uitspraak van de rechtbank lijkt voorlopig lastig uitvoerbaar.

Oplossing via mediation?

Anders dan de onzekerheid van een procedure kunnen ouders ook via mediation een oplossing voor het geschil over de alimentatie proberen te vinden. Dan hebben zij zelf nog invloed op de uitkomst van het geschil.

Wilt u meer weten? Neem contact op met Willem Brouwer, 033 – 4321 957

 

Geef een antwoord

Bericht
Naam
E-mail