Overtreding concurrentiebeding ook na ontslag wegens bedrijfseconomische reden

Geplaatst op 14/06/2016 door in Arbeidsrecht, Sector Bouw, Sector Handel & Retail | Geen reacties.

Dat is zeker mogelijk!

De voorzieningenrechter heeft op 9 mei 2016 een vonnis in kort geding gewezen, met daarin een fraaie redenering met betrekking tot de vraag of de werkgever een succesvol beroep kan doen op het met de werknemer gesloten concurrentiebeding. Ook wanneer werknemer wegens bedrijfseconomische redenen is ontslagen.

Het antwoord is: onder omstandigheden kan werkgever de werknemer aan dat beding houden.

Een aantal elementen spelen bij deze discussie een rol, onder meer of het beding opnieuw moet worden gesloten nadat de werknemer in de loop der jaren een andere functie heeft bekleed.
Dat zou het geval zijn, wanneer sprake is van een wijziging van de arbeidsovereenkomst van ingrijpende aard, waardoor het concurrentiebeding aanmerkelijk zwaarder is gaan drukken.
Tevens komt betekenis toe aan de mate waarin de wijziging van de arbeidsovereenkomst redelijkerwijs voor de werknemer was te voorzien toen deze het beding aanvaardde.

Dat argument, het aanmerkelijk zwaarder drukken van het beding, moet zich uiten in het antwoord op de vraag of het concurrentiebeding bij handhaving ervan voor de werknemer een (extra) belemmering vormt voor het aanvaarden van een nieuwe job.

Zoals altijd, weegt de (voorzieningen-)rechter het belang van de werknemer af tegen dat van de werkgever.

Vernietiging is aan de orde, wanneer de werknemer door het beding onbillijk wordt benadeeld.

Dit belang van werknemer wordt afgezet tegen dat van de werkgever, die er belang bij heeft dat de arbeidskeuze van de werknemer niet leidt tot een voor hem oneerlijke concurrentiesituatie.

Van een oneerlijke concurrentiesituatie zal sprake zijn, wanneer de werknemer door de kennis van de werkwijze bij werkgever, de klanten en diens overige bedrijfsgeheimen, zichzelf of zijn nieuwe werkgever een positie verschaft, waarbij sprake is van ongerechtvaardigd voordeel in het concurrerend handelen.

Daarbij speelt een rol in welke mate de werkgever heeft bijgedragen aan de kennis, ervaring et cetera, om de werknemer zijn werkzaamheden te laten verrichten.
Die kennis en ervaring van de onderneming van de werkgever mag niet een zodanige concurrentie met de nieuwe werkgever van de werknemer opleveren, dat daarmee sprake wordt van oneerlijke concurrentie of een ongerechtvaardigde voorsprong van de nieuwe werkgever in concurrerend handelen.

Dat werknemer wordt niet uit het concurrentie en relatiebeding ontslagen, alleen omdat op enig moment hij – hoe vervelend ook – onvrijwillig bij werkgever is vertrokken. De overtreding en de gevolgen ervan, komen voor zijn rekening en risico.

De vindplaats is tenslotte ECLI:NL:RBMNE: 2016: 2587.

Voor meer informatie:
Mr. Gijs R.M. van den Assum

Geef een antwoord

Bericht
Naam
E-mail