Opvolgend werkgeverschap: proeftijd en keten.

Geplaatst op 21/03/2016 door in Arbeidsrecht, Sector Handel & Retail | Geen reacties.

Opvolgend werkgeverschap: proeftijd en keten.

Wanneer sprake is van opvolgend werkgeverschap, dan heeft dat betekenis voor  de rechtsgeldigheid van een nieuw afgesloten proeftijdbeding. Dat nieuwe beding is in dat geval nietig.

Het antwoord is ook van belang voor de vraag of nog een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd kan worden gesloten die van rechtswege eindigt. Bij opvolgend werkgeverschap is  sprake van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd.

De vraag die moet worden beantwoord, is of ten aanzien van de verrichte arbeid de nieuwe werkgever moet worden geacht de opvolger te zijn van de vorige.

De feitelijke situatie is maatgevend en zijn twee criteria belangrijk:

  1. de nieuwe arbeidsovereenkomst eist wezenlijk dezelfde vaardigheden en verantwoordelijkheden;
  2. tussen de nieuwe en de oude werkgever bestaan banden, waardoor de kennis van de oude werkgever over (kort gezegd: het functioneren van) de werknemer aan de nieuwe werkgever moet worden toegerekend.

Hof De Haag, 8 maart 2016 (ECLI:NL:GHDHA:2016:476) bevestigt hiermee oude rechtspraak (30 jaar oud).

“Opvolgend werkgeverschap” is geregeld in artikel 7:668a BW en heeft in dit verband verwantschap met het leerstuk van “overgang van onderneming”, artikelen 7:662 e.v. BW.

Indien sprake is van overgang van onderneming, gaan kort gezegd, de rechten en verplichtingen die de oude werkgever heeft uit hoofde van de arbeidsovereenkomst met werknemer, (ook) over op de nieuwe, verkrijgende, werkgever.

Weinig verrassende conclusie: Laat je niet verrassen.

Wilt u meer weten?

Neem dan contact op met Gijs van den Assum, tel: 033 – 4321 957 of ga@assumdelft.nl

Geef een antwoord

Bericht
Naam
E-mail